Deut.26,4-10

“…mijn vader was een verloren Arameeër, een zwerver-te gast…” Vergeet nooit waar je vandaan komt. In mijn introductietekst schreef ik iets over mijn achtergrond. Een familiegeschiedenis in een paar zinnen. Daar heb ik lang moeite mee gehad en ook bij voorkeur over gezwegen. Niet zozeer omdat ik me ervoor schaam, maar meer vanwege mijn worsteling ermee. Om die reden koos ik ook voor een opleiding tot GV vanuit existentieel perspectief en niet vanuit een specifieke (religieuze) traditie. Die ruimte had ik nodig.

Een zwerver met een thuis is een pelgrim.

Eva

Toen ik afgestudeerd was, kreeg ik felicitaties vanuit alle hoeken. Eentje daarvan sloeg in als een bom: ‘’bijzonder om te zien hoe jij je pastorale erfgoed vormgeeft in nieuwe, eigen stappen.” Dat was de spijker op z’n kop. Ineens realiseerde ik mij dat de studie vooral een zwerftocht naar Huis was geweest. God liet zich vinden, zowel in pastoraal erfgoed als in nieuwe bagage. Die vormen samen de oogst die ik dankbaar aan God mag aanbieden: ik weet waar ik vandaan kom, ik weet dat ik het van U heb gekregen en ik bied het U aan. Zwervers zijn we allemaal, maar wel met een Thuiskomen. Een zwerver met een thuiskomen wordt een pelgrim.

John: Ook in deze tekst vind ik het lastig om maar een klein gedeelte op mij in te laten werken. Vooral de 2e zin waar Deuteronomium mee begint spreekt mij aan en vind ik van belang voor de hele tekst. ‘Straks zult u het land binnengaan dat de Heer, uw God, u als grondgebied zal geven. U zult het in bezit nemen en er gaan wonen’. Zoals ik eerder schreef, dit is geen fysiek land maar een denkwijze, een geestestoestand die je overal mee naar toe neemt, naar elk stukje land op aarde. Het is een zielstoestand die je meeneemt, zelfs over de grenzen van dit leven.

Dat grondgebied, aan mij gegeven door God is de basis om te leven volgens Gods wil. Het is niet geschikt om mijn eigen-ego-wil te kunnen ontwikkelen. Voor mij staat Egypte voor het land waar mijn eigen-ego-wil zich wel kan ontwikkelen. Waar ik al zwervend terecht ben gekomen door mijn eigen-ego-wil te volgen. Waar het ego de baas is en ik de slaaf ben.

Als God Liefde is, waarom is er dan het lijden in de wereld? Het is een vraag die vooral aandacht nodig heeft en niet zozeer een antwoord.

eva

God hoorde mijn hulpgeroep, ik heb vervolgens naar God geluisterd en gehandeld naar zijn Stem. Op die manier heb ik Egypte verlaten. Ik ben in de ‘woestijn’ terecht gekomen, de situatie waarin ik moet afkicken van mijn eigen ego. De situatie waar mijn ego mij toch probeert om te praten om terug te keren naar Egypte. Zodra ik dat heb overwonnen kan ik met 100% vertrouwen Gods Wil volgen. En dan is het absoluut niet nodig om een fysiek stuk land te moeten bezitten om Gods wil te kunnen doen en geestelijk gelukkig te zijn. Het Beloofde Land is een levensinstelling.

Ps.91

“Wie Mij aanroept, geef Ik antwoord, in de nood zal Ik bij hem zijn.”

Eva: God en lijden, een klassiek dilemma, beter bekend als de theodicee. Heeft God de nood die ons overkomt gewild? Komt ook het lijden bij God vandaan? Als God Liefde is, waarom is er dan het lijden in de wereld? Op dat vraagstuk heb ik hier niet in een paar zinnen een sluitend antwoord. Er wordt niet voor niets steeds weer op gestudeerd en over gediscussieerd. Het is een vraag die vooral aandacht nodig heeft en niet zozeer een antwoord. Het antwoord bestaat niet, maar Psalm 91 geeft wel zoveel antwoord, of eigenlijk richting, om het met deze vragen uit te houden.

Zowel de realiteit van het lijden als de aanwezigheid van Allerhoogste krijgen hier een plaats. Ons lijden ontgaat God niet, het laat Hem niet onberoerd. Hij is bij ons in de nood, is toevluchtsoord en schuilplaats; gebiedt zijn engelen om over ons te waken. Daar mogen we een beroep op doen: we mogen bij God op de deur rammen, Hem aanroepen. Roepen, dat betekent brullen, tieren, schreeuwen: God, help! Er zijn genoeg mensen, hele kerkelijke stromingen ook! Die beweren dat lijden een betekenis heeft, dat alles met een reden gebeurt, omdat God je daarmee iets wil leren.

Dit zegt vooral iets over het beeld dat deze mensen, of kerken van God hebben gemaakt en over de verwachtingen die zij daar zelf van hebben. God zegt niet voor niets: maak geen gesneden beeld van mij…. Hoe wreed en onbarmhartig is het om dit gesneden beeld uit te storten over mensen die lijden! Want welke les zit er in het sterven van je kind? Welke lering moet je trekken uit een ziekte ten dode, uit misbruik, een liefdeloze opvoeding, geweld, oorlog etc.? Hoe God en lijden zich ook tot elkaar verhouden, we mogen er in ieder geval op vertrouwen dat God aanwezig is in ons leven en in ons lijden.

John: Deze psalm sluit voor mij naadloos aan op wat ik hierboven opschreef: Roep mij aan, ik geef antwoord, / In de nood zal ik bij je zijn, / Je bevrijden en met roem overladen, / Je overvloed geven van dagen / Ik zal je redding zijn. God aanroepen kan en mag altijd en overal. Maar roep hem aan met 100% vertrouwen en met één hart!

Rom.10,8-13

Eva: Een zaak van de mond én het hart. Geloof is een besluit wat je neemt, niet een conclusie die je trekt. In dat geloof God aanroepen en God zal naar je luisteren; wie je ook bent, waar je ook vandaan komt. Jezus is de Weg, door de dood heen het eeuwige leven in.


John
: Hart en mond! Pas als deze twee één zijn ‘zult u worden gered’. Als je mond vast, maar je hart niet dan ben je niet één, dan heb je geen 100% vertrouwen en wordt redding lastig. Die keuze om hart en mond één te maken ligt altijd bij de mens. God wacht rustig af tot je tot inzicht komt maar zal je dan altijd redden. Vasten doe je als één, met het Woord in je hart en in je mond. Dat is van toepassing op werkelijk iedereen. Iedereen die de naam van God in 100% overtuiging en vertrouwen aanroept zal worden gered. Dit kan je overal ter wereld doen en is niet voorbehouden aan een volk en een bepaald stuk land.

In deze tekst vind ik de Bijbel echt tijdloos.

john

Lc.4,1-13

Jezus heeft na zijn doop in de Jordaan veertig dagen in de woestijn geleefd en gevast. Dan verschijnt de duivel, de beduvelaar op het toneel. Zie je de parallel met het verhaal uit Genesis over de eerste mensen en ‘de zondeval’? De beduvelaar hanteert dezelfde tactiek als ooit bij Adam en Eva en probeert Jezus uit de tent te lokken, met suggestieve opmerkingen. Hij zoekt naar de zwakke plekken, zoals de grote honger van Jezus na een lange periode van vasten, en probeert daar een ingang te vinden.

‘Ben jij Gods zoon? Laat maar zien dan en verander deze stenen in brood.’ Jezus geeft antwoord met een Bijbelcitaat: ‘een mens leeft niet van brood alleen.’

1-0.

Maar de duivel laat zich niet zomaar uit het veld slaan en listig doe hij zijn volgende zet. Net als Jezus gebruikt hij deze ronde een citaat uit de Bijbel. Hij zet Jezus op het dak van de tempel neer. ‘Als jij de zoon van God bent, spring dan naar beneden. Er staat toch geschreven dat de engelen je op handen zullen dragen?’ Jezus laat zich niet vangen en reageert: ‘inderdaad, maar er staat ook geschreven: stel de Heer uw God niet op de proef.’

2-0.

Nog geeft de duivel het niet op. Hij weet verduiveld goed wie Jezus is en ook waarvoor hij is gekomen. Hij zet alles op alles om Gods plannen te verijdelen, want hij wil niets liever dan Gods koninkrijk en de hele mensheid in het verderf storten. Hij weet ook welk lijden Jezus te wachten staat en hij doet de ultieme poging. Hij neemt Jezus mee naar een hoge berg en toont hem alle koninkrijken van de wereld in al hun pracht. Hij zeg tegen Jezus: ‘joh, alleen maar ff knielen voor mij en mij aanbidden, dan is het allemaal van jou…’ Wat een verleidelijk aanbod. En het lijkt zoveel gemakkelijker dan de weg die Jezus moet gaan. Maar de duivel biedt Jezus iets aan wat niet van hem is. Hij doet alsof hij alle koninkrijken van de wereld in zijn bezit heeft en kan geven aan wie hij wil. Jezus laat zich niet verleiden. Hij zegt: ‘ga weg jij! Want er staat geschreven: aanbid de Heer, uw God, vereer Hem alleen.’

De duivel probeert Jezus met Gods eigen woorden te misleiden en bij God vandaan te brengen. Jezus ontmaskert deze halve waarheden als hele leugens. Misleiding ligt op de loer, op de momenten dat we zwak zijn. Waar ben jij gevoelig voor, wanneer zwicht jij voor verleidingen en kies je voor jezelf en tegen God?

John: Voor mij beschrijft dit de strijd die kan ontstaan als ik mijn eigen-ego-wil loslaat en kies voor Gods Wil. In deze tekst vind ik de Bijbel echt tijdloos. In de huidige maatschappij moet je veel, erg veel… Je moet gelukkig zijn, je mag nooit ziek zijn (het liefst ga je ook nooit dood), je moet succes hebben, je moet mooi zijn en naar mooie, zonnige oorden gaan en dat vooral laten zien op social media. Ik noem dat de maakbare wereld omdat de overtuiging is dat alles kan als je maar wil!

Dat is voor mij de overmoedige eigen-ego-wil die ervan overtuigd is dat hij alles zelf kan maken in en op deze wereld. Maar het is slechts een materiele wil en geen geestelijke wil. En iedereen weet dat materie ooit een keer vergaat.

Maar als ik kies voor God dan kies ik voor een eeuwige Wil, lees psalm 91 nog maar een keer. Als ik voor God kies moet ik alle materiele geneugten, waar het ego zo hard voor heeft gewerkt, loslaten. Ik moet ‘afkicken’ van mijn oude opvattingen, overtuigingen, behoeften en begeerten van de huidige maakbare maatschappij. Dan wil ik terug naar Egypte en wordt weer slaaf van mijn ego.

Jezus was ‘vervuld van de Heilige Geest’, Zijn mond en Zijn hart waren één, zij kozen beiden voor God. De duivel vertegenwoordigt de maakbare wereld die mij probeert terug te halen naar die maakbare wereld, naar Egypte. Met alle macht probeert de duivel ook Jezus terug te halen. De veertig dagen in de woestijn staan voor mij voor de strijd die iemand voert als hij met 100% voor God heeft gekozen in deze ego geregeerde maatschappij. De strijd tussen mijn eigen-ego-wil en Gods Wil. En veertig dagen zijn symbolisch, volgens mij ben ik al 40 jaar aan het leren om met 100% vertrouwen te kiezen voor één Heer.