De les van de Boom in het Paradijs
In veel religies brengt een boom kennis, wijsheid of verlichting. Maar de Boom in het Bijbelse Paradijs brengt juist ellende, en volgens de gangbare christelijke theologie was dat, geloof het of niet, zelfs Gods bedoeling. Maar als God Liefde is, en Hij plant in het hart van zijn Schepping een Boom, zou die Boom dan niet zijn belangrijkste les over de Liefde zijn? En is het dus niet hoog tijd om het oerverhaal eindelijk eens op een nieuwe manier te lezen?
Onder de Boom der Ontwaking raakte de Boeddha verlicht. De Germaanse god Wodan ontving vastgeketend aan de taxusboom Yggdrasil het geheim van de runen. En de Griekse oppergod Zeus maakte zijn wil graag bekend onder een Arcadische Eik.
Maar in de Bijbel schiet het kwaad wortel in het Paradijs, dankzij de Boom die God zelf plantte: de Boom van Kennis van Goed en Kwaad. Die plantte God naast de Boom van het Leven, nota bene. In Genesis lees je: ‘De HEER God legde in het oosten, in Eden, een tuin aan en daarin plaatste Hij de mens die Hij had gemaakt. […] In het midden van de tuin stonden de Levensboom en de Boom van de Kennis van Goed en Kwaad.’
De gangbare christelijke verklaring is eenvoudig zo: God wilde ménsen maken, geen robots. Het verschil is dat de mens keuzevrijheid heeft. Om in dat perfecte paradijs te kunnen kiezen voor het kwaad, zette God een juweel van een boom met heerlijke vruchten neer, met een verbodsbordje ervoor. Afblijven!
Ik heb altijd moeite gehad met die verklaring. Is God dan niet cynisch? Een Boom planten zodat wij over zijn wortels kunnen struikelen? Toen ik atheïst werd, vergeleek ik het wel eens met een baas die zijn hond in een kamer opsluit met een stuk worst op tafel. Zodra de hond ervan eet, komt hij de kamer binnen, en schopt hij het dier het huis uit. ‘God wilde misschien geen robot, maar Hij schiep een hond.’ (Ik werd van mijn atheïsme geen leuker mens, ik werd fel en jawel… cynisch. Precies wat ik God verweet.)
Nog belangrijker is het gevolg van deze interpretatie voor wat het Kwaad dan eigenlijk is. Het kwaad wordt in deze visie uitgehold tot het overtreden van een regeltje. ‘Afblijven had ik toch gezegd?!’ Zonde is nog steeds in veel christelijke kringen gelijk aan: niet doen wat God zegt.
Was het maar waar. Het Kwaad gaat veel dieper dan dat.
Een verbod is een omgekeerde opdracht
‘God is Liefde’, schrijft de lievelingsleerling van Jezus, die in de kerken van het Oosten graag Johannes de Filosoof genoemd wordt. Het boek Heilige Ruimte is een uitnodiging om het oerverhaal op een nieuwe manier te lezen, maar dan op deze basis: als God, die Liefde is, zijn liefde wil vormgeven in mensen, moet in het hart van zijn lusthof niet een cynische struikelboom staan, maar een Boom van de kennis van Liefde.
De theoloog Johannes Calvijn zei eeuwen geleden al: als God iets verbiedt, gebiedt hij het omgekeerde. God spreekt een verbod uit over het eten van Zijn boom: ‘Van alle bomen in de tuin mag je eten, maar niet van de boom van de kennis van goed en kwaad; wanneer je daarvan eet, zul je onherroepelijk sterven.’ Jezus van Nazaret, die Zoon van God wordt genoemd, vat al Gods verboden samen in het gebod van de Liefde: Heb de HEER, uw God, lief met heel uw hart, met heel uw ziel, met heel uw kracht en heel uw verstand. En heb uw naaste net zo lief als uzelf.’ Jezus verklaart deze interpretatie zelf fundamenteel voor de interpretatie van ‘de gehele Wet en de Profeten’, dus zeker voor het oerverhaal in het eerste boek van de Wet, Genesis.
Als Jezus zichzelf voor zijn leerlingen heeft bewezen als Zoon van God, vaardigt hij zelf het liefdegebod uit. ‘Mijn gebod is dat jullie elkaar liefhebben zoals ik jullie heb liefgehad.’ En even later, nog korter: ‘Dit is mijn opdracht: heb elkaar lief.’ Jezus zegt daarmee trouwens niks nieuws, zoals zijn lievelingsleerling Johannes ook benadrukt dat hij niks nieuws vertelt. ‘Niet over een nieuw gebod schrijf ik jullie, maar over een oud gebod, dat u vanaf het begin hebt gehoord.’ Hij noemt het liefdegebod ‘de boodschap die u vanaf het begin gehoord hebt’, en zegt gelijk daarna dat de fout van Kaïn, de zoon van Adam en Eva die zijn broer Abel vermoordde, liefdeloosheid was.
Oke. Liefde dus. Maar hoe is die verrekte Paradijsboom dan Liefde?
En misschien bekruipt je zo langzamerhand ook de vraag: wordt dit verhaal nu zoetsappig liefdesgeleuter zoals je dat om je heen al zo vaak hoort verkondigen? Wees gerust. Of liever ongerust. Dat de Boom Gods kernles is over Liefde, maakt het alleen maar erger. Pijnlijker. Zoals God al tegen Adam zei: op de dag dat je van die Boom eet, komt onherroepelijk de dood in je leven.
‘Ik kom er nooit’
De oude broeder Johannes, pater-trappist in de abdij Onze Lieve Vrouw van Koningshoeven gaf me de sleutel in handen tot een nieuwe manier van lezen. Na een lang gesprek liet hij me ‘zijn’ klooster zien. We liepen door de kruisgangen rond de binnentuin. Die tuin, wist ik, is in kloosters het symbool van het Paradijs. En de boom in die tuin, staat symbool voor de boom uit de Hof van Eden. Ik zei tegen broeder Johannes dat hij wel vaak in die tuin zou zijn. ‘Ik kom er nooit’, zei hij. En toen hij mijn verbazing zag: ‘Die tuin is de heilige ruimte van God.’ Dat was de sleutel, ik besefte het onmiddelijk – al wist ik toen nog niet precies hoe. Nog altijd, ook al heb ik er inmiddels een boek over geschreven, is mijn denken erover in ontwikkeling. Maar ondertussen heeft dit inzicht alles, alles veranderd.
De Heilige Ruimte van de Liefde
Ik ben ooit, een half leven geleden, begonnen met een studie Nederlandse Taal- en Letterkunde. Ik wilde gedichten en verhalen leren analyseren. Dat deed ik nu opnieuw met het Paradijsverhaal. Oude bril af, nieuwe bril op. Helemaal vanaf de basis opnieuw. Dat leidde tot de volgende vier stappen. Het bleek bijna schamend eenvoudig en basaal. Puntsgewijs:
- De boom in het Paradijsverhaal staat in het hart van de Schepping. En in de literatuur is een afgesloten ruimte (een huis, een kamer, een tuin) een klassieke metafoor voor ‘de wereld’. Hij moet dus te maken hebben met de kern van het verhaal.
- De kern van het verhaal is liefde. God is liefde. Of je Genesis nu als een literair verhaal leest of als een andere vorm van werkelijkheid, een andere reden om de wereld te creëren dan de liefde, kan ik niet bedenken. Liefde wil immers vruchtbaar zijn, méér worden, gedeeld…
- De boom moet dus de universele les van de liefde zijn. Alleen dan heeft het in dit verhaal zin dat God daar, in het midden van de Hof in het midden van de wereld, die Boom neerzet. De Boom moet het hart van Gods liefde zijn.
Ben je daar nog, lezer? Volg je dit? Dan is nu de vraag wat die Universele Les van de Liefde is.
- Die universele les is: iedereen heeft zijn Heilige Ruimte. God, die liefde is, ook. Het hoogtepunt van de Liefde is, als die Heilige Ruimte gedeeld kan worden. Maar de voorwaarde is: dat de ander die ruimte niet binnentreedt, tenzij op uitnodiging.
Dat inzicht verandert alles. Natuurlijk straft God in het verhaal de wereld niet zo onbarmhartig voor het overtreden van één enkel willekeurig regeltje. Bij nader inzien stráft God niet eens. Hij zegt eenvoudig: dit is de kernles van de Liefde: ga niet over de grens van andermans Heilige Ruimte, want als je dat doet, gaat alles kapot. Dan doet letterlijk de dood zijn intrede in het leven.
Dat is wat mensen voelen. Als anderen inbreuk maken in hun Heilige Ruimte. Of als zij beseffen dat zijzélf inbreuk hebben gemaakt op de Heilige Ruimte van een ander.
Zonde gaat niet over regeltjes
Tegelijk is nu duidelijk dat Calvijn gelijk had: ook dit gebod vindt zijn vervulling in het omgekeerde. Adam en Eva hadden met vreugde de Heilige Ruimte van de Boom gróter moeten maken. Gras maaien, zaailingen rooien. Zoals ook mensen geschapen zijn om elkaars Heilige Ruimte groter te maken. Hoe meer iemand in die Heilige Ruimte immers zichzelf wordt, hoe meer je in die ander van God ontdekt. Het beeld van God ontdekt.
En tegelijk is nu duidelijk waarom zonde zo dodelijk is. Aan het overtreden van een regeltje gaat niemand dood. Maar zonde is in de kern liefdegebrek.
Wij, mensen, brengen elkaar schade toe door liefdegebrek, niet door het overtreden van regeltjes. Als je door rood rijdt, overtreed je een regel. Maar een zonde is dat niet. Als je pech hebt, word je geflitst en krijg je een boete. Maar als je die betaald hebt, ben je vrij – en je geweten zal je er nooit mee plagen. Maar je zonde is die vader áchter dat stoplicht, die nog net zijn dochtertje tegen kon houden. Ze stapte de weg op omdat het licht op groen sprong. Jij reed door rood. Wat is je zonde? Dat je niet de liefde hebt opgebracht om de wereld voor dat meiske veilig te houden.
En zonde, Liefdegebrek, is met geen bekeuring af te kopen. Het meisje is zich rot geschrokken en heeft er een levenslange angst bij. De vader is zich rot geschrokken, en begint misschien wel een proces tegen je – waarin je uiteindelijk ook geld moet betalen of de gevangenis in moet, maar smartengeld lenigt nooit de smart. Een zonde uit liefdegebrek is niet ongedaan te maken. Ook niet in jou. Omdat je nu weet wie je bent, waartoe je in staat bent. Ieder mens loopt rond met onbetaalbare schuld. Liefdesschuld. En met onherstelbare schade. Liefdesschade. Dát bedoelt de kerk als ze spreekt over zonde en de noodzaak tot vergeving. En als ze beseft dat de vicieuze cirkel van de schuld van buitenaf doorbroken moet worden. En dat het doorbreken van die schuld alleen een bóvenmenselijke prestatie kan zijn.
‘Er is gezegd, maar ik zeg…’
Ziehier precies waarom het christendom nu juist géén goedkope liefdepreek houdt. Onversneden christendom is nooit zoetsappig. Juist het paradijsverhaal – zo anders dan al die andere heilige Boomverhalen in andere religies – biedt de allerscherpste analyse van wat er mis gaat in de wereld. O ja, in zijn fenomenale toespraak die bekend is geworden als de Bergrede, doet Jezus zijn geliefde ‘zaligsprekingen’: ‘Gelukkig wie barmhartig zijn, want zij zullen barmhartigheid ondervinden. Gelukkig die zuiver zijn van hart, want zij zullen God zien. Gelukkig die vrede brengen, want zij zullen kinderen van God genoemd worden.’
Maar even later slijpt Jezus het zo scherp als het zwaard dat in het oerverhaal de toegang tot het geschonden paradijs bewaart: ‘Jullie hebben gehoord dat er tegen de ouden gezegd is: U zult niet doden. Maar ik zeg jullie: ieder die zijn naaste een kwaad hart toedraagt, zal uitgeleverd worden aan het gerecht. Jullie hebben gehoord dat er gezegd is: je mag niet echtbreken. Maar ik zeg jullie: ieder die met begeerte naar een ander kijkt, heeft in zijn hart al overspel gepleegd. Jullie hebben gehoord dat er gezegd is: U zult uw naaste liefhebben en uw vijand haten. Maar ik zeg jullie: heb je vijanden lief en bid voor wie je vervolgen. Dan zul je kinderen worden van je Vader in de hemel.’
Overdrijft Jezus? Dacht het niet. Sinds het boek Heilige Ruimte verscheen, is er veel gebeurd. De seksuele ranzigheid bij The Voice of Holland is uitgekomen, maar ook die bij topsporters, in de danswereld, aan theaterscholen of andere voormalige toonbeelden van linksliberale verlichte cultuur. De NOS, Studio Sport, De Wereld Draait Door. Gemeenten kondigden ‘sisverboden’ af. In Utrecht roepen apparaten tegenwoordig mannen dezelfde ranzigheid na die mannen vrouwen denken te kunnen naroepen. Wat voelen die mannen zich geïntimideerd! In Spanje is een wet aangenomen die zegt dat in seksueel verkeer alleen een echt ja, ja is. O ja, en er is een vieze oorlog gaande, binnen Europa. Waarin vrouwen verkracht worden en mensen lukraak vermoord. Ook eigen mensen: het zelfvertrouwen van Putin is voor een belangrijk deel gestoeld op het feit dat hij eindeloos veel meer mannen de dood in kan jagen dan zijn tegenstander. En hij doet het.
Jezus overdrijft niet. Hij wrijft het erin. Hij dwingt het ons onder ogen te komen. Misschien zegt nog wel het meest dat de misbruikschandalen het eerst in de kerk aan het licht kwamen. Omdat ze daar het hardst schrijnen. Zoals het er ook niet makkelijker van wordt, als je naar Jezus begint te luisteren. Dan moet je de afgrond van je eigen hart en handelen in, en tot de erkenning komen dat het ook in jou misgaat, dat jij niet alleen kapotgaat aan het liefdegebrek van anderen, maar dat anderen ook kapotgaan aan het liefdegebrek in jou.
Wat er mis is met de wereld?
Nee. Liefde is geen suikerwerkwoord. Niet in de Bijbel tenminste. Onversneden christendom is een vlijmscherpe analyse van wat er mis zit in de wereld. Toen een journalist ooit aan moeder Theresa vroeg wat er mis is met de kerk, antwoordde ze: ‘Wat er mis is met de kerk?! U, meneer, en ik!’ Wat geldt voor de kerk, geldt voor de wereld. Wat er mis is met de wereld? Jij. En ik. Wij zijn wat er mis is met de wereld.
In het Paradijsverhaal is het God die, nadat Adam en Eva zijn Heilige Ruimte hebben geschonden, in liefde overeind blijft. Hij loopt de Hof van Eden in en zegt: ‘Mens, waar ben je?’ En dan blijkt dat hij niet alleen de Schepper is omdat hij de wereld heeft geschapen, maar dat Schepper is wie hij is. Hij is de beginnetjesmaker van den beginne. Wij mensen zitten in een spiraal van liefdegebrek. Ook als we bij God horen, of proberen te horen. Bij God horen betekent erkennen dat het je niet lukt. Dat je het woord liefde alleen kunt uitspreken met boter op je hoofd. Elke kerk is een kneuzenkerk. Maar ook: de kerk is een gemeenschap van gewonde mensen, die niet hoeven te spelen dat ze niet gewond zijn.
En die hun hoop vestigen op de Beginnetjesmaker van het Paradijs. Die naast de Boom van Kennis van Goed en Kwaad een andere boom plantte: de Boom van het Leven. Nadat de liefdeloosheid zijn intrede heeft gedaan, met alle gevolgen van dien, stuurt God de mens weg uit het paradijs. Zo voorkomt hij dat de mens ook van de Boom van het Leven eet. Want Leven, écht Leven, schrijf je met de L van Liefde. En nu de liefde ons zo bar slecht meer lukt, zou eeuwig leven eeuwig sterven zijn. We gaan kapot aan (ons eigen) liefdegebrek. Maar Godzijdank niet voor eeuwig.
***
Of onze interpretatie van de Paradijsboom stand houdt, weten we niet. Daar moeten andere theologen maar over oordelen. Maar dat het zoeken, vergroten en delen van Heilige Ruimte (van God, van de ander en van jezelf) de Universele Les van de Liefde is, weten we wel.
Wat zou er gebeuren als de wereld deze les zou leren? Dat we onze eigen Heilige Ruimte niet meer hoeven te claimen en te bevechten? Dat iedereen erop uit is de Heilige Ruimte van de ander te vergroten, omdat een ander die opbloeit in Heilige Ruimte jou meer zal laten zien van wie God is?
Dan gebeurt er iets dat verrassend veel lijkt op het Paradijs. ‘Draai je om’, zegt Jezus. ‘Ga anders denken. Want het Koninkrijk van God is vlakbij.’
Meer weten over de filosofie van Heilige Ruimte, de verhalen of het verhaal van de Bijbel? Lees het boek of zoek ons op. Regeren op dit essay kan hieronder. Een mailtje is ook welkom.