Vandaag plaats ik voor de derde keer in anderhalve week dezelfde foto. Stabilitas loci, staat eronder: trouw aan de plek. De foto is telkens gemaakt vanaf dezelfde plaats, de stoel in de zitkamer, en telkens heeft de lens in dezelfde richting: steeds hetzelfde raam, met steeds dezelfde heg, steeds dezelfde bomen en eeuwig de lucht en de wolken.

En toch is het nooit dezelfde foto.

Anderhalve week woon ik nu in een nieuw huis, na jaren van zoeken en zwerven. Stabilitas loci is misschien meer nog dan een feit, een verlangen: hier te zijn, in dit kleine huis in de weilanden, zonder afwasmachine maar met een oven, zonder riolering maar met een open haard, met boekenkasten en schrijfgerei, een camera en een schildersezel. En mensen om me heen die gezegend zijn met een kalme rust.

Een miniklooster.

Werkplaats Heilige Ruimte, noemen we het kleine huis liefkozend. 

Maar werken waaraan?

Mijn moeder noemde dit kleine huis een Nieuw Begin.

Maar waarvan?

Het is zaterdagavond. De werkkamer heeft twee ramen. Ik kijk naar het mijne: een zwart vlak, waarachter de nacht. Het vriest licht. Als je binnen blijft, lees je op je weer-app dat het motregent. Pas als je naar buiten loopt, zie je dat het sneeuwvlokjes zijn. En je weet het alleen als je nu buiten loopt, op dit moment. Want er blijft niets liggen, daarvoor is het te weinig. Daarvoor is de grond te nat en te warm. Maar sneeuwt het daarom niet?

Op steeds dezelfde, nooit dezelfde foto staat een opmerkelijke rij bomen. Rechts buigt een boom merkwaardig scheef het beeld in. Van de wind kan het niet zijn, dan hadden de andere bomen net zo scheef moeten staan van dezelfde wind. Nee, het is alsof zij anders gekozen heeft, alsof ze iets zoekt, of iets weet, alsof ze naar een verlangen luistert dat sterker is dan zijzelf – sterker dan het strakke gelid van de bomen om haar heen. Alsof zij besloten heeft dat zij voor haar groei een richting moest kiezen, anders dan alle anderen.

Drie bomen verderop naar links staat er een die gezond oogt, krachtig rechtop, hoewel hij niet tot de hoogte stijgt van alle bomen om hem heen. Wie beter kijkt, ziet dat hij gehavend is. Hij mist takken. 

Alle andere bomen zijn bomen zoals alle andere bomen. Op het eerste gezicht. Maar op het eerste gezicht miezert het buiten ook.

‘Werkplaats Heilige Ruimte’, zeggen wij liefkozend.

Maar werken waaraan?

‘Een nieuw begin’, schrijft mijn moeder. 

Maar waarvan? 

Ik ben het nooit, die begint. Dat is de Beginnetjesmaker van den Beginne.

‘Antwoorden’, zei Bilbo Baggins in Gollum’s Grot, ‘moeten geraden worden, niet gegeven.’

Ora et labora. Een miniklooster. Werkendeweg zullen we het antwoord op het spoor komen.

Beginnen begint met luisteren.