Wie een biddend leven leidt, krijgt soms de vraag wat je daar nou mee wint. Wat levert al dat bidden op? Wat levert het op, dat je in je vakantie elke avond de heuvel op loopt, om in de kapel boven (zie foto) te gaan bidden? Wat win je ermee dat je van de zolder in je huis een kapel maakt? En plek die gereserveerd is voor gebed, en alleen voor gebed? Een vriend van mij, benedictijner monnik, vroeg eens aan een van de oudste broeders in zijn gemeenschap wat het monnik-zijn hem had gebracht. Of het hem dichter bij God had gebracht, al was het maar op momenten.
Het antwoord was ontnuchterend. Denk niet dat wie een biddend leven leidt, per se een diepere omgang heeft met God. Zegt een broeder die er meer dan zestig, bijna 70 jaar kloosterleven op heeft zitten -maal 52 (weken), maal 7 (dagen), maal 7 (gebedsuren): 165.620 getijdengebeden verder, en daarnaast nog alle uren lectio divina (biddend bijbellezen) en stille omgang met de Eeuwige – die broeder dus, zegt dat er een of twee, misschien drie momenten in dat lange leven waren dat hij echt iets gevoeld heeft van God.
Zó vaak horen we het verzuchten, van mensen die nooit bij een kerk hebben gehoord, maar die verlangen naar geloven… En net zo vaak van mensen die in de kerk zijn opgegroeid, en die verlangen naar geloven…: ik bid wel, maar ik voel niks.
Het is precies daarom dat we bij Heilige Ruimte bijna iets drammerigs hebben. Dat we het steeds weer hebben over De Geestelijke Weg. Als we een workshop Lectio Divina verzorgen, leggen we uit dat lectio als meditatietrucje niet werkt. Slecht een stug volgehouden praktijk zal je iets opleveren.
Als we een workshop meditatie geven, of een workshop kloosterlessen, leggen we uit dat een kloosterlesje zonder stug volgehouden praktijk, niet werkt.
Wat er gebeurt tussen jou en de Ene, gebeurt in de omgang die een leven lang duurt. Met alle hoogtes en afgronden, met alle afleiding en momenten van concentratie.
Oke, zal de volgehouden vraag zijn, van de mens die leeft in een wereld van carrière en consumptie, van het gevecht om bestaanszekerheid en financiële basis, oke, maar als ik doe wat jij zegt, en ik ga een biddend leven leiden – wat win ik daar dan mee?
Ik gok dat ik het antwoord schuldig moet blijven. Maar ik heb er dan ook nog maar vijftig jaar bidden opzitten. En dan tel ik mijn atheïstische periode niet eens mee. Proberen niet te bidden, dát is pas bidden. Naar God schreeuwen dat Hij niet bestaat…
Wat ik gewonnen heb? Niets. Ik begin pas nu, vele schades, vele schandes later, te beseffen dat mijn gebed mij vooral verlies oplevert. Ik begin zo heel langzamerhand boosheid te verliezen, en angst, vooral angst. En ego – het maakt me niet meer uit wat wie dan ook van me vindt. Ik ben depressieve gevoelens verloren, omdat ik heb leren aanvaarden dat mijn roepen naar God nu eenmaal roepen uit de diepten is. En dat geloof dat comfort zoekt, schijngeloof is.
Wat ik win door te bidden? Mijn lijst verlieservaringen groeit. Ik ben mijn gevoel van onveiligheid kwijtgeraakt. Mijn verlangen naar bevestiging. Mijn streberigheid. Mijn activisme. Ik ben stelligheden kwijtgeraakt over hoe ‘we’ zouden moeten geloven en leven.
Maar ik ben eerst en vooral angst kwijtgeraakt.
Op de Geestelijke Weg win je verlies.