De Heilige Ruimte gedachte  lijkt op het eerste gezicht te kloppen met veel moderne coachingspraktijken, maar op een bepaalde manier doet hij precies het omgekeerde. Liefde, ik snap het denk ik wel, hoe tof het voelt als een coach je leert een ‘denkbeeldig touw’ om jezelf heen te leggen om anderen op afstand te houden. Of als een psycholoog  je leert inzien dat bepaalde mensen je veel meer energie kosten dan anderen, en wat je tegen die mensen kunt doen. En ik begrijp geloof ik ook wel hoe verlossend het kan zijn als een hulpverlener je vertelt (of je erin bevestigt) dat je een hoogsensitief persoon bent, wat je een kader geeft om je grensbewaking op orde te brengen.

Veel coaches en psychologen leren je omgaan met de onveiligheid van de wereld, jezelf te beschermen. In feite leren ze je, Liefde, om harnassen aan te trekken, ze helpen je een kasteel te bouwen, in tanks te rijden. In de oorlog die mensen voeren met de wereld, wordt een wapenwedloop als oplossing geboden: alsof alleen een dikker pantser je kan redden.

Maar het blijft grensbewaking, Liefde. En het kan zomaar lijken alsof dat ook de kern is van de Heilige Ruimte Filosofie. Met die Paradijsboom, en die door jou  aangegeven grens, die de grens van de liefde lijkt. 

Niemand die mij ziet…

Wat jij ons leerde, Liefde, is dat we de Heilige Ruimte van ieder van ons juist moeten vergroten. Natuurlijk moet je de grenzen van de ander respecteren, en je eigen grenzen bewaken. Maar voor je het weet trap je in de volgende valkuil: respecteren grenst aan negeren, en bewaken aan buitensluiten. En buitensluiten en negeren zijn de dood van de liefde, Liefde. Jij weet het. De eerste die besefte dat hij kapot zou gaan aan ons liefdegebrek, was jij. 

Erger nog: als je de nuttige en wijze lessen van de coaches en de psychologen op een verkeerde manier ter harte neemt, lossen ze alles op – behalve je eenzaamheid. De mens is eenzaam geworden, en eenzaamheid is het vertrekpunt van veel denken. De klacht van Vincent van Gogh hoor je tegenwoordig overal om je heen: ‘Een groot vuur brandt binnen in mij, maar niemand stopt om zich eraan te warmen, en de voorbijgangers zien alleen een flard rook.’ Ik voel zoveel liefde in mij, zegt de moderne mens, maar ik weet niet meer hoe die te delen…

Toen de Zoon van jouw Liefde kwam, om tot in zijn vastgespijkerde botten kapot te gaan aan onze liefdeloosheid, leerde hij ons dat we grensoverschrijders moesten worden. Ons spreekwoord is: ‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.’ Maar het is spreekwoordelijke, negatief geformuleerde eenzaamheid. Hij sprak daarentegen: ‘Wat jij wilt dat anderen voor jou doen, doe dat voor de ander.’

Toen een Farizeeër hem vroeg wie dan in Godsnaam die naaste is die hij zou moeten liefhebben, antwoordde de Zoon van je Liefde, Liefde, met een schitterend verhaal waarin alles omgekeerd werd. Foute vraag, Farizeeër! De vraag is: voor wie kan ik een naaste zijn!

Heilige grensoverschrijders

Heilige Ruimte werkt natuurlijk met een gezond besef van grenzen. Die van jou, Liefde, die van de ander, de aarde en onszelf. Echter:  het doel van dat Heilige grensbesef is uiteindelijk niet de bewaking, maar de overschrijding. Alleen in de ontmoeting, in het délen van Heilige Ruimte, alleen in het oplossen van onze eenzaamheid, komt de schepping tot vervulling, komt Liefde tot bloei. Ja, Liefde, met een hoofdletter. Want ik denk dat ik jou bedoel. Jij hebt besloten, op het ultieme moment van liefdeloosheid van Adam en Eva, jezelf aan ons te verbinden tot het einde. Dat betekent dat we lotsverbonden zijn. Familie. Wij zijn van Gods geslacht, roept een van jouw kinderen uit, verwonderd en verrukt. Kinderen en erfgenamen van de Liefde zijn we, dankzij jou. Jij, Liefde, komt tot bloei als wij Liefde leren.

De eerste fullquote van de Zoon van jouw Liefde in het evangelie van Marcus citeren we bij Heilige Ruimte vaak en graag: ‘Bekeer je’ – dat is: draai je om, ga anders denken – ‘want het Koninkrijk van Liefde is vlakbij.’

Dus moeten we de grens van de Heilige Ruimte over. Grensoverschrijders moeten we worden, heilige grensoverschrijders. We moeten de grenzen van de liefdeloosheid in onszelf doorbreken. En liefdeverspreiders worden. Burgers van jouw Koninkrijk, Liefde. Want pas als we de Heilige Ruimte van de ander leren vergroten, en onszelf laten uitnodigen om erin binnen te komen, zullen we ontdekken hoe onmetelijk jouw Heilige Ruimte is. Hoe veilig. Hoe vreugdevol. 

Dan zien we, hier al, wat goedbedoeld gecoachte grensbewaking ons nooit zal leren: wat er gebeurt, straks, als jij, Liefde, Alles zult zijn, in Allen. Elke grens van liefdegebrek voorbij.