‘Wat is je naam?’
mijn moeder is mijn naam vergeten,
mijn kind weet nog niet hoe ik heet.
hoe moet ik mij geborgen weten?
noem mij, bevestig mijn bestaan,
laat mijn naam zijn als een keten.
noem mij, noem mij, spreek mij aan,
o, noem mij bij mijn diepste naam.
voor wie ik liefheb, wil ik heten.
Niet voor niets is dit gedicht van Neeltje Maria Min een van de beroemdste uit de Nederlandse literatuur. Het raakt een kern. Iemand hebben die je kent, die ziet wie je echt bent. Het is een basisbehoefte en een grondrecht. Maar we houden elkaar slecht bij de les. Hoeveel mannen zien meer dan de buitenkant van de vrouwen met wie ze daten? En hoeveel vrouwen durven hun dates fysiek op afstand te houden totdat ze écht zien wie ze zijn? Wie ze zijn, als alle weerbarstige, gekwetste en door het leven vervormde laagjes eraf zijn? Hoeveel vrouwen daten op hun beurt mannen om hun vlees, en niet om hun geest?
En als het wel lukt om de ander echt te zien, hoeveel mensen lukt het dan om dat beeld niet statisch te maken? Hoeveel mensen lukt het om de ander te zien in wie hij of zij aan het worden is?
Je wilt dat mensen jou zien, maar wil jij ook de ander zien? Durf je dat?
Jezus ziet een levensgevaarlijke, zwaar gestoorde man, en besluit hem de onthullende vraag te stellen: wat is je naam? Hij krijgt antwoord: “Ik ben Legioen”. En Jezus weet: deze mens is zijn vervorming geworden. De demonen van het leven hebben deze mens tot in de kern geraakt. Zijn tweede natuur is zijn enige geworden. En Jezus besluit door alle lagen heen te breken, alle demonen uit te drijven, het hele legioen, totdat er een mens voor hem staat in zijn pure vorm, een mens zoals God hem bedoeld heeft.
Durf ik Jezus aan te kijken? Hem naar mijn naam te laten vragen? Durf ik hem langzaam al mijn laagjes te laten afpellen? Durf ik hem al mijn gekoesterde demonen te laten uitdrijven? Durf ik mijn angst af te leggen voor de mens die ik echt ben? Die voelt wat ik echt voel? Durf ik zo naakt te zijn? Zo puur en weerloos?
Jezus kijkt je aan en vraagt: wat is je naam? Wie ben je echt? Kijk hem in de ogen, en vind het antwoord in de stilte tussen hem en jou. De stilte van je ziel.
* De Rake Vragen zijn meditaties over vragen van Jezus. Je vindt ze op ons youtubekanaal.
Mooie en rake vragen…
Er is werkelijk moed nodig om jezelf zo bloot te geven. En veiligheid om die heilige ruimte een beetje open te stellen…
Wat ik het mooie vind aan de vraag van Jezus ‘wat is je naam’, is dat het duidelijk maakt dat ook de vráger moedig moet zijn. Als je zo’n vraag stelt, moet je bereid zijn je Heilige Ruimte te openen voor welk antwoord dan ook… Dus het stellen van een persoonlijke vraag, eist wederkerigheid in de Heilige Ruimte. Zowel degene die vraagt als degene die de vraag krijgt, moeten de moed vinden om hun Heilige Ruimte te delen.
Simpel voorbeeld: de vraag “hoe is het met je?”. We weten natuurlijk dat die vraag zelden vanuit de Heilige Ruimte beantwoord wordt. Antwoorden zijn maskerend (“goed!”), flauw (“kon duizend euro beter”), of ik heb zelfs eens iemand gehoord die op de vraag “Hoe gaat het?” antwoordde: “met jou?”.
Jezus stelt in de Evangeliën nooit dat soort vragen. Hij opent zijn eigen Heilige Ruimte altijd voor welk antwoord dan ook. Daarom vind ik het zo tof om persoonlijk op zijn vragen te mediteren: je bent er echt in Heilige Ruimte.
Eens over wat je zegt over moed van de vrager. Jezelf open stellen voor elk mogelijk antwoord.
Is dat dan ook de Heilige ruimte van de ander vergroten?
Ja, interessant zulke gedachten. Jezus de zachtmoedige man zo stel ik me hem voor.
Maar na de catechismus lessen van heel lang geleden verdween zijn aanwezigheid uit mijn gedachten structuur.
En: jezelf ‘bloot geven’ gaat best wel als men de ander ziel geheel vertrouwt.
Een poos weg uit deze alsmaar meer verdwaasd wordende wereld dat is waar ik ook al langer naar uitkijk. Het obstakel is dat ik niet los kan laten waar ik denk nog steeds voor verantwoordelijk te zijn.
Mee eens dat het beeld van de ander na enige tijd vaak statisch, vast gezet wordt gezien ook door mij. En dat ik , wij ouders dan ook nog die ander ( hier : onze dochter ) willen veranderen , los willen weken uit de jarenlange machtsgreep van haar goeroe. Geen psycholoog of wie dan ook kan ons helpen.
Wij doen dat, een poosje weg uit deze almaar meer verdwaasd wordende wereld, door af en toe te pelgrimeren. Gewoon op pad met een kleine groep mensen, met zo weinig mogelijk in je rugzak en een Heilige Plaats als reisdoel. Deze in mei, deze in oktober, en er is meer op komst. We ontwikkelen ook nog een pelgrimage iets dichter bij huis. Gewoon op reis gaan met in je ziel soms grote vragen, zoals die indringende ouderworsteling die je verwoordt. We hopen dat jullie je weg ermee vinden. We hebben voor jullie gebeden.