Bij tijd en wijle ervaren wij God niet in zijn directe aanwezigheid, dan voelt het leeg in ons, om ons heen. Soms levert dat eenzaamheid en twijfel op, soms zelfs twijfel aan ons geloof. Het is een signaal dat we een volgende stap moeten zetten op de Geestelijke Weg.

Aan het begin van de Geestelijke Weg kunnen we er sterk naar verlangen: Een openbaring, een teken, een ervaring, een emotie, een gevoel van liefde, als bewijs voor zijn bestaan, en daarmee ons eigen geloof.

Gevoelens en emoties zouden niet de basis mogen zijn voor het ervaren van overtuiging, vervulling en vertrouwen. Want meer nog dan dat God zich toont in onze gevoelens, emoties en directe ervaringen, is Hij een geestelijke waarheid die zijn uitwerking heeft onder ons bestaan. 

Alleen al door Geestelijke contemplatie en naleving van zijn waarheid, kun je in zijn nabijheid zijn, en het licht ervaren in je ziel. 

Naarmate de Geestelijke Weg vordert, en wij geworteld raken in een sterk geloof, zullen wij deze gevoelens, emoties en directe ervaringen niet meer nodig hebben, of zelfs verlangen. Dan zal onder ons bestaan een geestelijke basis liggen, die ons van een kalm vertrouwen en van vervulling voorziet. Wij zijn dan vervuld omdat we ervoor kiezen hem te zoeken. Want net zo sterk als dat hij ons zoekt, verlangt hij ernaar dat wij hem zoeken. Beide richtingen maken het licht in onze ziel. Want alleen al in (het zoeken naar) Zijn waarheid, is Hij aanwezig.

Zelfs op de momenten dat wij geen liefde ervaren in ons hart, is ons geloof en het heil van onze ziel niet verloren. Op het moment dat het vanbinnen schraal is, dienen wij een geestelijke keuze daarover te maken; of we vervloeken onszelf, geven de hoop op, en handelen vanuit het liefdegebrek. Of we onderkennen het liefdegebrek in onszelf en maken in onze ziel de beslissing om boven haar uit te stijgen, tot een ‘geestelijker’ liefde. Wij hebben de ander dan lief omdat dit in Zijn waarheid besloten ligt. En als wij deze waarheid in onze ziel onderschrijven, zal deze keuze niet als een verloochening voelen.

In alle gevallen is het verstandig ons liefdegebrek aan God te belijden, en tegenover Hem vervolgens te verantwoorden, dat wij ondanks onze tekortkoming  wel uit liefde geprobeerd hebben te handelen. Hij zal onze eerlijkheid en verantwoordelijkheid waarderen. Daarna kunnen wij hem vragen om genezing van ons hart en meer liefde. 

Is het nodig voor alles en iedereen liefde te voelen? Ik gok van niet. De één laat ons meer van God zien dan de ander, zegt het Heilige Ruimte Manifest. Er zijn mensen die veel kwaad doen, arrogant zijn en niet open staan voor anderen. Het kan moeilijk zijn om hen lief te hebben. En als wij geprobeerd hebben iemand met vriendelijkheid te bereiken, maar dit niet lukt, dan kunnen wij hem zegenen op zijn weg en hopen dat hij een vriend treft voor wie hij wel open gaat.

Maar voordat we zeggen dat het de ander zijn schuld is dat wij hem niet kunnen bereiken, moeten wij eerst aan onszelf twijfelen. Benaderden we de ander vanuit liefde, of lag er in ons hart al een oordeel klaar? Is onze geest werkelijk zo zuiver als onze mond beweert? 

Aan God moeten wij het daarom ook belijden als wij mensen niet kunnen bereiken. De kans is namelijk groot dat wij zelf tekort zijn geschoten in de liefde, of dat onze manier van communiceren niet fijnzinnig genoeg was. 

De zonden die wij begaan zijn niet de overtredingen van regels, maar het liefdegebrek dat wij in ons hart dragen. Het enige wat wij hieraan kunnen doen is het belijden van deze zonden aan God zodra wij ze doorhebben. We moeten hopen dat Hij ons altijd op onze zonden zal wijzen, zodat wij beter kunnen worden, en kunnen groeien in de Liefde. 

Voor imperfectie zullen wij niet gestraft worden, wel voor het willens en wetens niet handelen uit liefde. 

Wij hoeven het niet te vrezen of onrustig te worden als wij God niet voelen, of als wij erin falen anderen hem te laten voelen. Als wij ernaar streven een volmaakte liefde te bereiken in onszelf, en als we eerlijk zijn en de consequenties dragen als we falen, lopen wij de Geestelijke Weg al op de juiste manier, en zal Hij in zijn waarheid altijd aanwezig zijn. 

Een aantal jaar geleden was ik te gast bij een ‘spirituele groep’ van jonge mensen, die allen verlangden naar de spirituele weg. Op zeker moment zei  één van de jongens: ‘Ik heb besloten op te stappen, ik ben deze plek ontgroeid, voor mij is hier niks meer te halen.’ De geestelijk begeleider antwoordde verbaasd:  ‘Was je hier dan alleen om iets te halen? En niet om iets te brengen? Is het niet zo dat je,  juist nu je ons ontgroeid bent, van nog groter belang bent geworden voor de rest van de groep?’

Dat antwoord is me altijd bijgebleven. Als een lampje dat aanging, en nooit meer uit. Hoe ik me voel, wat ik krijg of ervaar, is (meestal) van ondergeschikt belang. Het is alleen al vervullend om te leven vanuit het verlangen om de ander te dienen. Zo ook is het alleen al vervullend om voor Gods waarheid en liefde te leven. Zelfs als ik Hem even niet voel.