Zondag, Liefdedag. Dag van Heilige Ruimte in het doordeweekse ruimtegebrek.De dag waarop ik liefdesleerling mag zijn. De ademdag, de schooldag voordat de praktijkstage van het leven weer begint. Dankjewel, Liefde, dat je deze dag afkondigde. Dat je de mensen die naar jou luisterden, liet begrijpen dat deze dag in het hart van het bestaan gelegd moest worden. Vandaag misschien wel meer dan ooit.
De klokken van de kerk luiden, het is kwart voor tien, maar ik besluit mij terug te trekken in dit gesprek met jou, Liefde. Waarom? Omdat ik bij jou thuis kan komen. Het huis dat wij, liefdesleerlingen, hier op aarde voor jou en voor elkaar gebouwd hebben is mij even vaak lief als vreemd. Zoals de aarde mij even vaak lief als vreemd is. Ik schrijf mijn gesprekken met jou soms uit, Liefde, en dan zetten we ze op social media – die ik tegelijk ervaar als de plaatsen van het grootste liefdegebrek.
Jouw zoon, Liefde, die in de Schrift ‘De Zoon van jouw Liefde’ wordt genoemd, en die onze Liefdesleermeester werd, gaf ons de harde opdracht: niet oordelen. Nooit. Want, leerde hij, je wilt niet langs de meetlat gelegd worden waarmee je zelf oordeelt. En hij durfde over zichzelf ronduit te zeggen: ‘Ik oordeel niet. Over niemand.’
De verleiding om te oordelen over anderen is groot, en de socials zijn ballen voor een open doel. Maar de angst om dingen over onszelf te delen groeit ook. Want we willen niet dat anderen ons doen wat wij anderen doen.
De Zoon van jouw Liefde, onze Liefdesleermeester, heeft het exact zo voorspeld.
Je hebt het de afgelopen weken gezien, Liefde: ik heb een klassiek, antiek handwerk opgepakt: ik schrijf een roman, het derde boek over mijn dominee-detective Lammert Aslander. Ik durf te zeggen dat ik hem nu, tien jaar na deel twee, eindelijk aan het voltooien ben.
Er is een opvallend verschil tussen dat schrijven de socials. Het internet zou een plek kunnen zijn om veel en goed en aandachtig te kunnen luisteren. Er is veel wijsheid te vinden, en doordat je alleen bent als je op internet zit, heb je alle tijd om de onwijsheid te toetsen en te laten verdwijnen in de digitale mist. Maar internet is vooral een plek geworden om meningen te hebben en te ventileren.
Voor mij is gek genoeg het schrijven luisteren geworden. De personages in mijn verhaal zeggen of doen vaak dingen die ik niet zie aankomen. Natuurlijk ben ik hun schepper, en lijken ze ergens op mij. Maar ze zijn ook zichzelf, en maken keuzes, zeggen dingen die ik niet zie aankomen. En ik moet naar ze luisteren, ze zichzelf laten zijn, en ze niet in het harnas van mijn vooraf bedachte verhaallijnen opsluiten. En ik moet mijn oordeel over wat ze zeggen en doen uitstellen. Er ligt nooit een bal voor open doel. Ik moet doorschrijven en dus beter luisteren.
Eén ding bewaak ik. Met mijn twee hoofdpersonen gaat het goed aflopen, uiteindelijk. Ze hebben nog een hele reis voor de boeg, en zullen nog veel moeten leren. Hoeveel liefdegebrek ze elkaar ook zullen tonen, ik zal hen niet veroordelen, integendeel. Ik zal ze bij elkaar brengen, in liefde, en thuis.
Liefde, volgens mij schrijf jij jouw verhaal met ons precies zo.