Ik heb mijn auto geparkeerd langs de weg, een landweggetje ergens in Limburg. Het is al donker, en het begint koud te worden. Als het stormt in mijn ziel doe ik dat wel vaker; verdwalen, alleen zijn, en het liefst in het donker. Dan hoef ik even niks. Dan kan mijn ziel uitrazen zonder dat iemand me er een vraag over stelt.

Ik sta mezelf de gedachte toe dat ik hier voor altijd mag blijven. Die gedachte stelt me gerust; hier ben ik alleen, alleen met God. 

Als er een auto langs raast realiseer ik me dat ik te dicht bij de weg sta, Ik rij nog een stukje verder de berm in. Pas op het moment dat ik mijn auto verplaats besef ik waarom ik juist deze plek had uitgekozen, waarom ik deze plek moest uitkiezen: mijn koplampen schijnen ineens recht op een beeld van Jezus aan het kruis.

Het beeld intrigeert me. Nog verstrikt in mijn eigen gedachten blijf ik er zonder onderbreking naar kijken: de donkere nacht op de achtergrond, zijn verlichte lichaam, de verre blik op zijn gezicht. Ik kan er niks aan doen, aarzelend begin ik tegen hem te praten. Waar ik vandaan kom, waarom ik hier ben, hoe het met mijn ziel is… 

En plots vraag ik me af wie nu tegen wie praat… 

… wat als hij het is die tegen mij begint te praten? 

Even val ik stil …

Alles wat aan dit moment toevallig had geleken, valt ineens weg. Ik realiseer het me: ik kwam hier niet om hem, en hij niet om mij. Op dit moment is hij mij, en ik hem. We zijn hier immers in dezelfde gesteldheid; We zijn beiden alleen, in hetzelfde grasveld, turend in de verte, verborgen voor de wereld, in een stilte die alleen de eeuwigheid kent. Even ben ik daar ook, mag ik daar zijn. In die eeuwigheid die hij hier dag in dag uit meemaakt. Ons verleden en toekomst zijn hetzelfde, we delen één leven. Voor eventjes is het alsof ook ik op deze plek al eeuwig aanwezig was. 

Ik blijf nog een hele poos zitten, zodat ik alles goed in mij op kan nemen. Of eigenlijk, om er zo veel mogelijk van te genieten. Als de auto te koud wordt, bedank ik hem, en rijd terug naar huis.

Het mysterie van de ervaring gonst nog een hele tijd na… Een beeld, waar ik eerder niks mee van doen had, dat nu op deze manier aan mij verbonden is, alsof het nooit anders had kunnen of willen zijn. Een moment dat eerder toevallig leek, en nu een goddelijke orde bleek te bevatten. Een ervaring van versmelting, van gevonden worden door God. Een ervaring die eigenlijk niet in woorden te vatten is, maar toch in je dagboek terechtkomt.