Een Heilige Ruimte denkoefening.
Ik zit in de auto te wachten op een afspraak. Het is in een villawijk in een Goois dorp. Mijn afspraak is vertraagd, ik moet een tijdje wachten. Er komt een jongen langs, een jaar of veertien, vijftien, die een hondje uitlaat. Hij kijkt vanaf de bijrijderskant mijn auto in, aarzelt, loopt verder, blijft daar staan kijken, en loopt na een paar minuten weer mijn richting uit. Hij pakt zijn telefoon, en doet alsof hij zijn appjes bijwerkt. Dan ineens, als hij vlak bij mijn autoruit staat, houdt hij de telefoon voor mijn gezicht, maakt een foto, en loopt door. Las hij appjes, vraag ik me nu af, of fotografeerde hij mijn nummerbord?
Ik besef: nu sta ik in een of andere appgroep van waakzame buurtbewoners. Ik sta te boek als een potentiële inbreker… of erger. Een enorm gevoel van machteloosheid overvalt me. Ik word gewantrouwd, puur omdat ik hier ben. Verdacht, en ik kan me niet verweren. Ik kan uitstappen, het joch aanschieten en vriendelijk uitleggen waarom ik hier sta. Maar hij zal hard wegrennen als ik mijn deur maar opendoe – en in de appgroep zetten dat deze verdachte man zelfs achter hem áán kwam… Ik zie alerte buurtbewoners in gedachten al een mob vormen, een meute, klaar om het recht in eigen hand te nemen. Attentie Buurtpreventie.
Iemand is mijn Heilige Ruimte binnengedrongen. En er is niets dat ik kan doen.
Een week later sta ik op dezelfde plek, voor een vervolgafspraak. Mijn afspraak is ditmaal niet vertraagd, ik sta er amper drie minuten. Maar in die tijd loopt er een mannetje op leeftijd langs, dat mij door de autoruit even strak aankijkt. Zie ik een blik van herkenning? Zit hij in dezelfde spierballen-buurtgroep? Of word ik nu paranoïde?
Toen ik hierboven aan het schrijven was, betrapte ik mezelf op de neiging om die jongen te beschrijven, zijn uiterlijk, zijn hondje, het dorp en de straat waarin het plaatsvond. Zodat hij misschien zou beseffen dat hij met alle ongetwijfeld goede bedoelingen mijn Heilige Ruimte geschonden heeft, een actie die in de context van een meute van alerte buurtbewoners niet per se zonder risico is. Hij was nogal herkenbaar, qua uiterlijk, eenvoudig te identificeren in zijn mooie villastraat.
Ik zou met woorden een foto kunnen schilderen waar hij herkenbaar op staat.
Maar dan doe ik hetzelfde. Stel, hij wordt herkend op basis van wat ik schrijf, en iemand veroordeelt hem om wat hij gedaan heeft… Het joch is puber, hij moet kunnen oefenen. Hij denkt dat hij de Heilige Ruimte van zijn straatbewoners bewaakt. En misschien is dat ook wel zo. Dat hij mij vervolgens brandmerkt, mijn foto zonder zwart balkje in een verdachte context in een alerte buurtgroep verspreidt, zal in hem geen vragen oproepen.
Je hoopt dat er in zo’n buurt-app iemand is die het joch de weg wijst, bij de hand neemt. Of dat zo is, waag ik te betwijfelen. Maar ik kan het niet doen. Ik moet accepteren wat er gebeurd is. Ik voel me naar, want iemand is dwars door mijn Heilige Ruimte gewalst. Ik word gewantrouwd en kan me niet verweren – het is het naarste gevoel dat ik ken.
En toch moet ik, ook in deze column, de Heilige Ruimte van deze waakzame buurtfotograaf bewaken.
Mooi deze. Zo kan het dus voelen. Een voorbeeld als dit helpt mij wel met bewuster worden van Heilige Ruimte.
Klein vraagje… De tekst staat er 2x in? Is dat de bedoeling?
Thnx Tamara. Tekst is gerepareerd.